Huilen, koestering en hersenontwikkeling (4): hersenontwikkeling

Deel 1: huilen, koestering en hersenontwikkeling
Deel 2: huilen, koestering en hersenontwikkeling: andere culturen
Deel 3: huilen, koestering en hersenontwikkeling: totaalpakket zorg

Being lovingly held is the greatest spur to development – Sue Gerhardt

De ervaringen van een baby in het eerste levensjaar vormen haar hersenen. Een baby wordt geboren met 25% van het hersenvolume van een volwassene. Vaak wordt gezegd dat dit te maken heeft met het bekken: een groter hoofd betekent dat het bekken groter en breder moet zijn om de baby geboren te laten worden, en dat zou onmogelijk zijn. Sarah Blaffer Hrdy kwam in haar boek Mothers and Others met een andere hypothese: doordat een mensenbaby relatief prematuur geboren wordt, wordt de groei van de hersenen voltooid onder invloed van ervaringen. Dit maakt dat de hersenen van een mensenkind groeien onder de stimulans van interacties en communicatie met de mensen om haar heen. De ervaringen in de babytijd kunnen zo positief bijdragen aan de ontwikkeling tot sociaal, communicatief sterke volwassene.

Responsiviteit en koestering van je baby als onderdeel van het totaalpakket zorg  is mede hierom zo belangrijk: je legt het fundament voor de toekomst. Deze ervaringen vormen de hersenen het meest, latere ervaringen bouwen voort op wat er al is.

Voor een normale groei hebben de hersenen voeding nodig, en input. Leerervaringen: aanraking, de beweging van gedragen worden, positieve blikken van mensen die blij zijn dat je er bent, meeluisteren met gesprekken. De ervaring dat ongemak en honger nooit lang duren, dat de wereld in zijn algemeenheid een goede plek is. Negatieve ervaringen zoals herhaalde pijn, eenzaamheid, en langdurige stress vormen de hersenen ook, en bereiden het kind voor op hoge stress-reactiviteit. Wa’s da? Stress-reactiviteit: bij stress slaan de hersenen snel groot alarm, en blijven ook lang in deze staat van alertheid-op-gevaar. Dit is feitelijk een evolutionaire aanpassing: als een kind geboren wordt in een omgeving waar hij op zijn hoede moet zijn, voor gevaar van buiten of voor andere mensen, dan heeft die alertheid een functie. Dit komt wel met een prijs: groter risico op depressie of angstklachten, en op bepaalde stress/ontstekingsgerelateerde ziekten. Die hebben namelijk verband met elkaar, het zijn verschillende kanten van eenzelfde medaille.

Voeding

Voeding, oftewel: bouwstenen en energie. Voor die enorme groei van de hersenen is er energie nodig, en wel in de vorm van een continue toevoer van suikers (baby zet melksuiker oftewel lactose om in glucose). Het is niet toevallig dat de mens de suikerrijkste melk van alle zoogdieren heeft. Melksuiker wordt snel verteerd, zoogdieren met suikerrijke melk voeden hun jong vaak. Of eigenlijk werkt het meestal andersom, moeder draagt haar jong zodat haar jong kan drinken wanneer hij wil. Het voedingspatroon van een mensenbaby, met haar groeiende hersenen en grote glucosebehoefte is dan ook: veel kleine slokjes verspreid over de dag.

Borstvoeding bevat natuurlijk meer, veel meer dan alleen melksuiker. Borstvoeding bevat vetten (optimale hoeveelheden als het natuurlijke voedingspatroon van veel kleine beetjes wordt gevolgd). Hersenen hebben suikers nodig voor energie, maar vetten nodig als bouwstenen. PUFA’s, poly-unsaturated fatty acids, zijn belangrijk voor hersenopbouw (en de ogen). Een andere belangrijke voedingsstof is cholesterol. Ja, ik ga het nog een keer herhalen: cholesterol is een belangrijke voedingsstof, vooral voor hersenen in aanbouw en het zenuwstelsel. Ei bevat zoveel cholesterol omdat het groeiende kippetje dat nodig heeft! Kunstvoeding mist deze belangrijke voedingsstoffen. Dit is mogelijk de reden dat kinderen die kunstvoeding krijgen minder witte stof in de hersenen hebben. Oftewel: minder myeline, het isolatiemateriaal voor de zenuwbanen. De myeline zorgt voor snelle geleiding van de zenuwimpulsen. Hier is het onderzoek te vinden. Hier is een goede uitleg, in het engels. Ik zou graag een nederlandstalig artikel linken, het is interessante materie. Helaas kon ik alleen matige nieuwsberichtjes vinden. Het verschil is groot, 20-30% meer witte stof bij borstgevoede kinderen. Dit effect is dosis-gerelateerd, oftewel: meer borstvoeding = meer myeline; of eigenlijk: minder borstvoeding betekent minder myeline-opbouw.

Input

De quote waar ik dit stuk mee begon is eigenlijk maar een halve quote: Sue Gerhardt schrijft in haar boek Why Love Matters ‘Being lovingly held is the greatest spur to development, more so even than breastfeeding’. Voor de ontwikkeling van het kind is koestering nog een grotere stimulans zelfs dan borstvoeding, aldus Gerhardt. Natuurlijk is dit onderscheid enigszins kunstmatig, koestering is immers onderdeel van borstvoeding. Maar toch. Koestering doet ertoe. Koestering is geen extraatje. Koestering is een normaal, essentieel onderdeel van de zorg die een baby nodig heeft. Opvallend: een deel van de effecten van borstvoeding op hechting en moraliteitsontwikkeling (empathie, impulsbeheersing, enz) zijn ook meetbaar als vrouwen van plan waren borstvoeding te geven, of een positieve houding hebben ten opzichte van borstvoeding. Mijn inschatting is dat de wens tot borstvoeden samenhangt met koesterend ouderschap.

De ervaringen die je opdoet worden vastgelegd in de hersenen. Vooral herhaalde ervaringen hebben er een handje van om patronen in te slijten in het brein. Ook ervaringen met een hoog paniek-niveau, met als uiterste de traumatische ervaringen, worden efficiënt vastgelegd. Logisch, een gevaarlijke situatie is nogal belangrijk om te onthouden. Dit werkt zo doordat de hersenen niet een computer vol verbindingen zijn die een verhaal vastleggen. Hersenen zijn opgebouwd uit een aantal onderdelen, met verschillende functies. Het samenspel tussen deze onderdelen zorgt voor hoe je omgaat met stressvolle ervaringen, en er wordt een selectie gemaakt wel/niet urgente informatie. Natuurlijk zijn er de hersenonderdelen waar spraak zit, impulscontrole en planning, enzovoorts. Maar voor mijn verhaal is het vooral belangrijk om te weten dat de amygdala (angstcentrum), hippocampus (onderdeel van geheugenfunctie, maar niet ‘de’ plek van geheugen, zo werkt het niet) en de HPA stress-as een belangrijke rol spelen in hersenfunctie, en in stress-regulatie. De ontwikkeling van de amygdala, hippocampus en HPA stress-as worden sterk beïnvloed door de eerste levenservaringen. 

De amygdala lijkt onder invloed van stress extra verbindingen aan te leggen. Een grote amydala hangt samen met angst: kinderen met een grote amygdala zijn angstiger. De hippocampus groeit juist onder invloed van koestering. Schoolkinderen blijken een grotere hippocampus te hebben als zij goede zorg kregen als jong kind. De HPA stress-as speelt een centrale rol in stressverwerking, onder andere adrenaline en cortisol wordt hier geproduceerd. Hier wil ik in mijn volgend blog verder op ingaan. De kern: de ervaringen van een baby hebben invloed op hoe dit stress-systeem wordt ingesteld. En dat draag je je verdere leven met je mee. De babytijd wordt wel eens vergeleken met het bouwen van de fundering van een huis. Je kan later nog vanalles toevoegen, schilderen, een verwarmingsinstallatie aanleggen; maar als er een storm komt, is het huis gebaat bij een sterk fundament.

Volgend blog: huilen, koestering en hersenontwikkeling: cortisol

4 thoughts on “Huilen, koestering en hersenontwikkeling (4): hersenontwikkeling

  1. Pingback: Huilen, koestering en hersenontwikkeling | blikborstvoeding

  2. Pingback: Huilen, koestering en hersenontwikkeling (2): wereldwijd | blikborstvoeding

  3. Pingback: Mesjogge | blikborstvoeding

  4. Pingback: Mesjogge | Hoogbegaafd!

Leave a comment